ATL

PRAKTISCHE ASPECTEN EN GEBREKEN IN HET ARUBAANS STRAFRECHT DEEl 1 Enkele aanbevelingen voor de overheid en praktijk  Mr. R.E. Yarzagaray, Advocaat en fiscalist 

PRAKTISCHE ASPECTEN EN GEBREKEN IN HET ARUBAANS STRAFRECHT DEEl 1 van 3

Enkele aanbevelingen voor de overheid en praktijk 

Mr. R.E. YarzagarayAdvocaat en fiscalist 

De vordering benadeelde partij.

A free society will not function or maintain itself unless its members regard it as a right that each individual occupy the position that results from his action and accept it as due to his own action.”  -F.A. Hayek, The Constitution of Liberty 

In artikelen 288, 374 en 380 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (WvSvA) is sedert 1997 bepalingen opgenomen die een regeling bevat voor de zogenaamde “benadeelde partij” / slachtoffer in strafzaken. Deze artikelen bieden aan de benadeelde partij in strafzaken onder meer de mogelijkheid tot het indienen van een zogenaamde “vordering benadeelde partij” bij de strafrechter tijdens de inhoudelijke behandeling van een strafzaak. Echter, zoals in het hieronder gestelde wordt van deze mogelijkheid zelden of nooit effectief gebruik gemaakt. 

Een andere mogelijkheid is het spreekrecht van de benadeelde partij in strafzaken. Daarbij kan gedacht worden aan het toespreken van de dader en andere personen (denk ook aan de pers) ter zitting door het slachtoffer of de familie c.q. nabestaanden van een slachtoffer. Van deze laatste optie wordt in de praktijk soms gebruik gemaakt. In dit artikel zal ik echter niet ingaan op deze mogelijkheid voor slachtoffers. Verwezen wordt in dit kader naar bestaand onderzoek en literatuur over dit onderwerp. Ook de schadevergoedingsmaatregel op grond van 1:78 zal buiten beschouwing worden gelaten.  Van belang is hier dat in meer dan 90% van de strafzaken er géén vordering door de benadeelde partij wordt ingediend dan wel dat die slechts gedeeltelijk toegewezen wordt door de rechter omdat de desbetreffende vorderingen niet goed onderbouwd zijn. Meestal worden er helemaal geen vorderingen ingediend. Mensen die veel strafzaken meemaken kunnen dit ook beamen. Ook rechters en officieren van justitie zijn zich hiervan bewust. De schade kan trouwens zowel de zogenaamde materiële als de immateriële schade omhelzen. 

Burgers kunnen de desbetreffende vordering blijkbaar niet goed opstellen en onderbouwen. Men heeft juridische hulp nodig of men denkt misschien dat het geen zin heeft. Relevant is verder wat er met eventuele schadeclaims gebeurd als strafbare feiten bij zogenaamde TOM (Transactie Openbaar Ministerie / de zogenaamde Officiers-) zittingen, zonder rechter, door het openbaar ministerie zèlf worden afgehandeld. Daar is namelijk de onderhavige regeling niet van toepassing en is het aan het openbaar ministerie of de benadeelde partij in kwestie wel of niet wordt opgeroepen. In de praktijk is het “vrijwillig” vergoeden van de -veroorzaakte- schade door de verdachte een factor dat in het voordeel van die persoon werkt voor wat betreft de afdoening. Vermeldenswaard is verder dat de oproeping van advocaten bij TOM-zittingen niet altijd even vlot verloopt. Bovendien is het zo dat als de verdachte de afgesproken voorwaarden niet nakomt hij of zij alsnog kunnen worden gedagvaard om ter zitting te verschijnen. Als de advocaat er niet bij was is de kans daarop groter natuurlijk. 

Maar het probleem is veelal: van kale kikkers kun je geen veren plukken. Denk in dit kader aan Multi-problematische veelplegers. Bedoeld wordt bijvoorbeeld de groep landlopers die zowel verslaafd en psychisch gestoord zijn en dientengevolge een armoedig bestaan leiden. Om die reden dienen veel mensen of ondernemingen waarschijnlijk geen vordering in ter compensatie van de geleden schade tegen de desbetreffende veelplegers / dader(s). Denk aan goederen, winkelruiten, autoruiten, deuren, ramen, auto’s, alcoholflessen etc. 

Artikel 374 van het WvSvA bepaalt dat het maximumbedrag dat de strafrechter op grond van een “vordering benadeelde partij” mag toewijzen in een strafzaak awg 50.000,- is. Echter de vordering moet voldoen aan bepaalde eisen. Zo moet het gaan om een vordering dat zich ervoor leent om toegewezen te worden in een strafzaak en mag het niet gaan om ingewikkelde civielrechtelijke kwesties. Die kwesties zijn aan de burgerlijke rechter voorbehouden. 

Hoe zit het nou met een onderneming? Komt aan een onderneming of een rechtspersoon dezelfde rechten toe als aan een natuurlijke persoon? Het antwoord op die vraag is ja. Echter, wel is het zo dat er haken en ogen zijn waar men rekening mee moet houden. Zelfs bijvoorbeeld de Korpspolitie Aruba (KPA) kan in dit kader steken laten vallen. Een interessant voorbeeld van vele jaren geleden betrof de vernieling van een politieauto door een jonge delinquent. Laten we hem in verband met de privacy maar “Ciske de Rat” noemen. Tijdens de strafzaak diende een vertegenwoordiger van het Korps Politie Aruba een “vordering benadeelde partij” in ter vergoeding van de politieauto die totaal was vernield door Ciske. Maar in dat geval ging het om een zogenaamde “leaseauto” en de rechter oordeelde dat die vordering niet toegewezen kon worden c.q. niet-ontvankelijk was. De reden was namelijk dat een dergelijke vordering door de eigenaar van de auto moest worden ingediend en daar het KPA als huurder werd aangemerkt strandde de vordering op dat punt. De rechter had nog geprobeerd om het KPA te helpen door te vragen of ze geen schriftelijke machtiging van de Autodealer / eigenaar hadden maar dat bleek helaas niet het geval te zijn. Het enige wat dan nog rest is het alsnog indienen van een civiele vordering bij de burgerlijke rechter. 

Een interessante vraag die onze aandacht vereist is wat gebeurd er verder als een ontspoorde minderjarige brokken maakt en de rechter een vordering van awg 50.000,- wèl aan de benadeelde partij toewijst? Dat kan lastig worden voor de familie van de minderjarige omdat zij wettelijk aansprakelijk zijn voor schade dat door hun minderjarige kinderen is veroorzaakt en vaak geen verzekering hebben die schade voortvloeiende uit die wettelijke aansprakelijkheid kan dekken. Voor een juist perspectief dient men in dit kader ook te kijken naar het feit dat Aruba géén jeugdinrichting (ook wel jeugd Tbs genoemd) heeft noch over een volwassenen Tbs-inrichting beschikt. Dit zijn zogenaamde gesloten justitiële inrichtingen met deskundig personeel die de nodige zorg en rehabilitatie aan de jonge patiënten kunnen verschaffen. Wat men vervolgens lijkt te zien is een openbaar ministerie dat te lang “wacht” met het aanpakken van probleemjongeren (omdat men daar veelal geen raad mee weet?). In de tussentijd begint het jong soms al met 14 jaar strafbare feiten te plegen en komt hij wellicht na vier strafbare feiten met 16 of 17 jaar (en na slechts een paar gesprekken met hulpverleners die niet over de nodige middelen beschikken) voor het eerst voor de rechter. Dan is het veelal te laat om het kind weer op het rechte pad te krijgen.

Oninbare vorderingen van de benadeelde partij. 

Ten slotte een voorstel voor toegewezen doch oninbare vorderingen van de benadeelde partijen. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een (Koninkrijks?) fonds maar ook aan een belastingaftrek in de sfeer van de Inkomstenbelasting (IB) of Winstbelasting (WB) voor slachtoffers. Maar zolang het Koninkrijk geen privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid heeft kan er vooralsnog weinig op dat niveau worden geregeld. Als men ervan uitgaat dat het ontbreken van onder andere de desbetreffende nodige instanties en waarborgen niet aan de burger te wijten is kan men lokaal verder denken in de richting van een vlotte –digitale- belastingaftrek in de geest van de belastingaftrek ingeval van “dubieuze debiteuren”. Een bedrag van awg 50.000,- zou door bijvoorbeeld een analoge toepassing van een “middelingsregeling” immers over drie jaar verspreidt van de belasting afgetrokken kunnen worden waardoor de burger of onderneming in kwestie alsnog een compensatie voor geleden schade ontvangt. Te denken valt ook aan de regeling voor “compensabele verliezen in de WB” (maar dan ook voor de IB) is mogelijk en boekhoudkundig niet zo moeilijk. Natuurlijk moet er dan wel op z’n minst een toewijzing door de strafrechter tijdens de strafzaak hebben plaatsgehad en wellicht een akkoord van de belastingdienst vergelijkbaar met het verkrijgen van een “bijzonder tarief” in de IB.

De pro-forma zitting en de benadeelde partij. 

Soms komen benadeelde partijen niet opdagen op een zogenaamde pro-forma zitting (ook wel regiezitting genoemd) met als gevolg dat men de datum voor de inhoudelijke behandeling niet te horen krijgt. Wellicht zou een tweede oproeping voor de benadeelde partij soelaas kunnen bieden. Immers, de desbetreffende vordering kan –vooralsnog- niet reeds op de pro-forma zitting worden ingediend. Dat kan namelijk slechts bij de inhoudelijke behandeling plaatsvinden.

De Griffier en de benadeelde partij. 

Vermeldenswaard is verder dat ook de rechtspositie van griffier sedert 2010 is veranderd (vergelijk de desbetreffende justitiële consensusrijkswetten in dit kader). Aan de ene kant mag de griffier veel niet meer vergeleken met vroeger. De functie is nu dat van een soort manager geworden. Jammer want vroeger had de griffier een eigen rechtspositie als ambtenaar en hielp de griffier (veel meer dan nu in ieder geval) de mensen / rechtzoekende die bij de balie aanklopten. Rechtshulp was iets wat laagdrempeliger dan nu. Ze moesten zelfs. Niet helpen kon immers in theorie in “dienstweigering” uitmonden.

Na de reorganisatie van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (1869) in 2010 is, kort gezegd, de rechter de werkgever en de griffier een werknemer / manager van de rechter geworden. Ongeveer de helft van het vroegere griffiepersoneel heeft destijds ontslag genomen c.q. is een ontbindingsovereenkomst aangegaan vanwege de “nieuwe regelingen”. Hier moet overigens gezegd worden dat het geheel aan dienstverlening van het GEA nadien minder toegankelijk en minder klantvriendelijk lijkt te zijn geworden. Dat geldt ook voor advocaten. Zomaar binnenkomen om interessante rechtszaken in de rechtszaal te volgen zit er vreemd genoeg niet meer bij. Zelfs het vroegtijdig in de rechtszaal plaatsnemen en op de volgende strafzaak wachten om als raadsman op te treden wordt thans bemoeilijkt. En hoewel er nu overal camera’s hangen is het nog steeds niet mogelijk om rechtszaken via livestream te volgen. Een enkele uitspraak voorlezen is ooit wel uitgezonden maar dat was een hoge uitzondering.

Toch staat op de oproeping benadeelde partij vanuit het openbaar ministerie dat de benadeelde partij bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba (GEA) een formulier mag opvragen in verband met de “vordering benadeelde partij”. Ook mag de benadeelde partij de stukken van de strafzaak inzien. De vraag is wel hoeveel hulp een benadeelde partij thans van een strafgriffier krijgt met het opstellen van zijn of haar vordering. Niet genoeg lijkt het gezien het bovenstaande. Dat valt blijkbaar niet meer onder zijn of haar verantwoordelijkheid. In de oproeping staat verder ook dat indien hij of zij niet bij de strafzaak aanwezig kan zijn het desbetreffende formulier door een advocaat of een gemachtigde bij de rechter kan worden ingediend. Vereist is dus dat er iemand namens de benadeelde partij persoonlijk aanwezig is tijdens de inhoudelijke behandeling om de vordering bij de rechter in te dienen.

Maar de vraag is dan of er tussen de oproeping van de benadeelde partij en de desbetreffende inhoudelijke behandeling ter terechtzitting wel genoeg tijd is om een dergelijke vordering deugdelijk op te stellen. Hopelijk kan dit in de toekomst ook digitaal via Email of WhatsApp plaatsvinden trouwens. Bijvoorbeeld ingeval de benadeelde partij reeds wel bij de pro-forma zitting aanwezig was (indien die er was) dan wel zich bijvoorbeeld reeds (ook) bij het GEA heeft aangemeld. 

Share on social media

Facebook
Twitter
LinkedIn