ATL

PRAKTISCHE ASPECTEN EN GEBREKEN IN HET ARUBAANS STRAFRECHT DEEL 2 van 3 Enkele aanbevelingen voor de overheid en praktijk 

PRAKTISCHE ASPECTEN EN GEBREKEN IN HET ARUBAANS STRAFRECHT DEEL 2 van 3

Enkele aanbevelingen voor de overheid en praktijk 

Mr. R.E. YarzagarayAdvocaat en fiscalist

De Strafrol en de openbaarheid van zittingen.

“When men differ in opinion, both sides ought to have the advantage of being heard by the public; when Truth and Error have fair play, the former is always an overmatch for the latter.” – Benjamin Franklin

De strafrol bevat de strafzaken die meestal op donderdag en vrijdag in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba (GEA) behandeld worden. Het is dan ook het GEA die de officiële strafrol opstelt maar het OM stelt concepten op en doet voorstellen voor behandeldata. Dat gebeurd veelal intern maar soms ook ter zitting als er bijvoorbeeld zaken worden aangehouden. Echter, het is de strafrechter in het GEA die daar het laatste woord over heeft. Soms vinden behandelingen ook op andere dagen en uren plaats maar dat zijn uitzonderingen. De gewoonte is dat er op donderdagen veelal de lichtere zaken plaatsvinden en op vrijdag de zwaardere zaken. Op de strafrol staan de namen van de verdachten, de advocaten die rechtsbijstand verlenen, rechters, officieren van justitie en griffiers die allen hun respectieve rollen te vervullen hebben bij de strafzaak. Ook de namen van de desbetreffende benadeelde partijen verschijnen op de strafrol. De naam van de tolk wordt zelden genoemd.

Vermeldenswaard is dat jammer genoeg de strafadvocaten niet alle wekelijkse digitale strafrollen “mogen” ontvangen in Aruba tenzij de advocaat een persoon wiens strafzaak op de rol staat rechtsbijstand geeft. Dit in tegenstelling tot alle andere wekelijkse digitale rollen van het GEA. Waar dat precies aan ligt is vooralsnog een groot “mysterie” hier te lande want zo goed als alle journalisten krijgen de wekelijkse digitale strafrollen (zij het in verkapte vorm vanuit het openbaar ministerie) namelijk wèl. Dit belangrijk punt is in het verre verleden reeds ter sprake gekomen in vergaderingen met rechters maar het probleem is nog steeds niet opgelost. Een goede reden hiervoor is helaas ook nooit gegeven. Deze kwestie zit bij velen helemaal niet lekker en het wordt weleens tijd dat er –wederom- hiernaar gekeken wordt door bijvoorbeeld het bestuur van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Er schijnt veel wrijvingsenergie hierbij aanwezig te zijn om het maar zachtjes uit te drukken. Ook de civiele Kort Geding rollen krijgen slechts de advocaten die partij zijn in een dergelijke civiele procedure toegestuurd. En soms ook een paar journalisten. Die laatste type procedure is meestal van doorslaggevende betekenis in een geschil. Dit betekent dat de andere 90% van de advocaten helemaal niet op de hoogte worden gesteld als er maatschappelijk belangrijke zaken zullen voorkomen. Geen optimale situatie dus want belangrijke ontwikkelingen in onze gemeenschap worden op die manier aan het blikveld ontnomen van juist zij die onder omstandigheden opbouwende kritiek kunnen leveren. Bovendien wordt het risico van een twee handen op één buik c.q. “echo chamber” situatie door deze gang van zaken onnodig vergroot. Een ander belangrijk punt is dat de strafrollen door de bank genomen een paar dagen van tevoren naar de desbetreffende strafadvocaten van de verdachte en de benadeelde partijen worden toegestuurd. De onderhavige manier van werken zet vaak onnodig veel druk op (onder andere de agenda van) advocaten alsook de benadeelde partij en kan in theorie willekeur van de opstellers van de (straf)rollen in de hand werken. De benadeelde partij dreigt dan bovendien onnodig tussen wal en schip te vallen.

Te denken valt in dit kader aan de mogelijkheid van een “Agenda App” waar ook advocaten (zowel die van de verdachten als van de benadeelde partij) elektronisch input kunnen leveren over behandel- en verhinderdata etc. De App zou dan ook, theoretisch, over alle verplichtingen (van welk rechtsgebied dan ook) van alle advocaten ten aanzien van het GEA op de hoogte kunnen zijn en ervoor kunnen zorgen dat bepaalde zaken juist niet samenvallen. Men zou zelfs ook verjaardagen en andere belangrijke regelmatig terugkerende afspraken en data kunnen invoeren. Wie zou daar iets op tegen kunnen hebben?

Soms vallen strafzaken toevallig samen met het zogenaamd ‘Bevel Bewaring’ (acht dagen of zestien dagen verlenging van de voorlopige hechtenis) op Aruba ( zeven plus zeven dagen verlenging in Nederland) of ‘Bevel Gevangenhouding’ (zestig of negentig dagen met verlenging van de voorlopige hechtenis in zowel Aruba als in Nederland) in andere strafzaken en kan de desbetreffende strafzaak of de ‘Bewaring’ dan wel ‘Gevangenhouding’ namelijk niet zomaar worden overgenomen door een collega omdat er veel haken en ogen aan zit. Dat kan te maken hebben met de omvang van het dossier maar ook andere factoren spelen een rol in de vertrouwensrelatie. De ‘means , motive and opportunity’ voor deze overlappingen kunnen –theoretisch- bij het openbaar ministerie worden gevonden. Ik beweer niet dat het opzettelijk gebeurd maar slechts dat ze “heel veel pech” hebben met de ‘planning’. 

Zie voor een voorbeeld van door het openbaar ministerie in Nederland opgestelde agenda (strafrol):

https://www.om.nl/actueel/agenda-strafzittingen

In Aruba stelt de strafgriffie de strafrol jammer genoeg veel beknopter dan opgemeld voorbeeld op. Dat mag best beter. Het zou mede te maken kunnen hebben met de zeven dagen termijn dat door het openbaar ministerie gehanteerd wordt. Thans weten strafadvocaten niet wie en wat op de strafrol staat tenzij zij zèlf toevallig ook een strafzaak hebben op die dag. Zelfs het inschatten van wanneer een eenvoudige strafzaak door de strafrechter zal worden behandeld is niet altijd makkelijk. Een onbegrijpelijke en absurde gang van zaken naar mijn mening. Vooral als je als advocaat een journalist moet bellen of Appen om de strafrol te ontvangen omdat de Strafgriffie -van de leiding (lees één bepaalde rechter) – kennelijk “nee” moet verkopen aan (straf)advocaten. Dit is slecht voor de rechtszekerheid alsook voor de transparantie meen ik.

Alles samen bezien lijkt de openbaarheid (en de toegankelijkheid) van strafzittingen op Aruba helaas in het geding of op z’n minst in het nauw te zijn gedreven sedert 10-10-10. Rustig in de zaal te gaan zitten voordat je strafzaak begint lijkt inmiddels ook niet meer –makkelijk- te kunnen omdat alles potdicht is gemaakt sinds de laatste renovatie van het gerechtsgebouw. Het zomaar volgen van interessante straf-, civiele- of arbeidszaken door advocaten wordt zoals reeds gezegd de facto -door allerlei omstandigheden- bemoeilijkt. Immers, als je de rol niet krijgt dan weet je ook niet wat er gaande is. ‘Wat het oog niet ziet, het hart niet deert’ lijkt het nieuwe motto te zijn. Men heeft er schijnbaar een ‘de facto’ gesloten deuren behandeling van gemaakt -de eng gebouwde tribune van strafzaal (D) is meestal leeg trouwens- terwijl de meeste zittingen openbaar horen te zijn voor het publiek (tenzij de wet anders bepaalt). Uitzonderingen zijn: zittingen van familiezaken (zoals echtscheidingszaken). Bovenbedoelde ontwikkelingen waren al lang vóór de pandemie in gang gezet maar dienen zo spoedig mogelijk teruggedraaid en genormaliseerd te worden meen ik. Gelukkig bestaat er zoiets als het grondrecht van openbare zittingen zoals neergelegd in artikel VI.5 Staatsregeling van Aruba. Lid 1 van dat artikel luidt als volgt:

“De terechtzittingen vinden in het openbaar plaats, behoudens uitzonderingen te stellen bij landsverordening.” 

Zie deze link voor wat betreft een toelichting op de overeenkomstige Nederlandse regeling in artikel 121 Grondwet: https://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvkl1oucfq6v2/vkugbqvdygzy

Artikel 121 van de Nederlandse Grondwet luidt: “Met uitzondering van de gevallen bij de wet bepaald vinden de terechtzittingen in het openbaar plaats en houden de vonnissen de gronden in waarop zij rusten. De uitspraak geschiedt in het openbaar.”

Het Arubaanse OM in het strafproces. 

Aan de andere kant laat het openbaar ministerie (OM) vaak –zonder opgaaf van reden- openstaande strafzaken van dezelfde persoon liggen. Advocaten kunnen vervolgens, als gevolg van het bovenstaande ter zake de strafrol, niet efficiënt en makkelijk op de onrechtmatigheid daarvan wijzen (alle zaken gevoegd aan de rechter voorleggen zoals dat ook wettelijk is bepaald in artikel 286 WvSvA) of een klacht naar de rechter toesturen dan wel tevens de benadeelde partijen in één keer helpen zonder achterblijvers. Maar zelfs als er wel schriftelijk door een advocaat hier op gewezen wordt gebeurd er vaak niet meer dan een opmerking van de rechter ter zitting over de openstaande za(a)k(en). Overigens is het meestal kort dag (zeven dagen van tevoren dagvaarden) om alsnog een andere zaak erbij te doen. Ook dit kan veel beter.

De (slechte) gewoonte van het openbaar ministerie op Aruba om meestal bij het aanhangig maken van de zaak zeven dagen van tevoren verdachten (denk aan de zogenaamde ‘vrije voeters’) te doen dagvaarden en ten minste drie dagen van tevoren de benadeelde partijen op te roepen helpt natuurlijk niet om het straatje altijd schoon te houden. Nogmaals: goede planning maakt veel uit om rust in de tent te brengen. Zie in dit verband ten aanzien van de dagvaarding artikel 290 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (WvSvA):

“Op straffe van nietigheid moet tussen de dag waarop de dagvaarding aan de verdachte is betekend, en die van de terechtzitting, een termijn van ten minste zeven dagen, of ingeval door de rechter-commissaris overeenkomstig de Zevende Titel van het Zevende Boek bevelen tot handhaving van de openbare orde zijn gegeven, van ten minste vier dagen verlopen. De termijn bedraagt ten minste zes weken, indien de verdachte in het buitenland woonachtig is.” Voor de benadeelde partij geldt artikel 288 lid 2 WvSvA: “De kennisgeving geschiedt zo mogelijk tenminste drie dagen voor de dag van de terechtzitting. Zij behelst een korte aanduiding van het tenlastegelegde feit. Bij de kennisgeving wordt de benadeelde partij tevens opmerkzaam gemaakt op de haar betreffende voorschriften van de artikelen 374 tot en met 380.”

Soms zijn dan zelfs de “Net Pv’s” (lees eind Pv’s) die door het openbaar ministerie moeten worden bezorgd niet eens klaar (!) of er ontbreken belangrijke stukken zoals reclasseringsrapporten en justitiële documentatie (strafkaart). Om te beginnen zou het een goede zaak zijn als de laatste twee categorieën meteen bij het ingaan van de inverzekeringstelling (twee dagen plus de gebruikelijk 8 dagen verlenging op Aruba en drie plus drie dagen verlenging in Nederland) standaard door het openbaar ministerie aan de desbetreffende advocaat ter hand wordt gesteld. Als de dagvaarding wordt betekent moet het Net-Pv in de regel in het bakje van de desbetreffende strafadvocaat liggen. Helaas gebeurd dat niet altijd even vlot.

Eigenlijk horen strafzaken binnen de normale straf processuele termijn (voorarrest) van 110 dagen (NL)  voor de rechter gebracht te worden. Het openbaar ministerie in Nederland houdt zich daar meestal wel aan maar op Aruba gaat er in de regel –onnodig- veel meer tijd overheen. ‘De zeven dagen is een minimale termijn’ om te dagvaarden. ‘De zitting kan dus bijvoorbeeld ook pas drie maanden na betekening van de dagvaarding plaatsvinden. Tot uiterlijk een jaar na betekening van de dagvaarding kan de zitting worden ingepland.’ Het in de regel hanteren van de minimale termijn (de zeven dagen termijn) om te dagvaarden op Aruba heeft een aantal multidimensionale negatieve gevolgen die onder andere in deze serie artikelen ter sprake komen.

Trouwens, als de oproeping van de benadeelde partij door het OM verkeerd plaatsvindt en de rechter merkt dat niet op dan kan dat vervelende gevolgen hebben ingeval zowel de verdachte als het openbaar ministerie ter zitting, na de uitspraak van de rechter, ‘berusten’ en het vonnis vervolgens in ‘kracht van gewijsde’ gaat. Een civiele zaak zou dan de enige resterende mogelijkheid zijn voor de benadeelde partij. In de praktijk komt daar overigens weinig van terecht zoals de ervaring uitwijst.

Een ander belangrijk punt van kritiek is dat stukken soms wèl snel aan de rechter maar niet voortvarend genoeg aan de advocaat worden toegestuurd. Dat kan een ernstige schending van het Fair Trial beginsel opleveren natuurlijk. Het is weleens voorgekomen dat de rechter wèl vóór een zogenaamde behandeling ‘Bevel Bewaring’ over een aantal stukken beschikte (waaronder een Osloconfrontatie!) maar de advocaat die daarna pas, net vóór de behandeling ‘Gevangenhouding’, ontving. De ‘Bewaring’ markeert trouwens de aanvang van de zogenaamde ‘voorlopige hechtenis’ waarbij het instellen van een ‘gerechtelijk vooronderzoek’ (GVO) tot de mogelijkheden behoort.

Aanbeveling voor pro-deo rechtsbijstand aan de benadeelde partij. 

Een pro-deo vergoeding voor de advocaat analoog aan de zogenaamde “Eerste Fase” in piketzaken (pro deo strafzaken) zou passend zijn voor de benadeelde partij naar mijn mening. Het geeft tevens aan dat in onze gemeenschap de rechten van de benadeelde partij even belangrijk zijn als de rechten van de verdachte.

Vooral gezien het feit dat meer dan 90% van de desbetreffende vorderingen benadeelde partij niet behoorlijk worden ingediend dan wel door de rechter worden afgewezen. Een goed verloop kan aan de andere kant tevens ertoe bijdragen dat er voor de benadeelde partij een zogenaamde “closure” kan plaatsvinden. Men is dan tenminste –geheel of gedeeltelijk- voor de schade gecompenseerd. Zie in dit verband artikel 206 lid 4 van het WvSvA:

“Wanneer de benadeelde partij als gevolg van het strafbare feit hulp en steun behoeft, wordt daartoe de nodige bemiddeling verleend. De bemiddeling kan ook betrekking hebben op de totstandkoming van een regeling tot schadevergoeding tussen de verdachte, indien deze heeft bekend en vrijwillig aan die regeling meewerkt, en de benadeelde partij.”

Echter, met het opstellen van de desbetreffende vordering benadeelde partij zelf wordt geen hulp geboden aan de benadeelde partij. Bovendien kunnen de stukken op het gerecht pas door de benadeelde partij worden ingezien als de strafzaak aanhangig is gemaakt door het openbaar ministerie. Men moet heel goed opletten dus. Het is raadzaam om een advocaat in te schakelen als het om een relatief omvangrijke vordering gaat. 

Vergelijk artikel 376 lid 2 WvSvA:

“Nadat de zaak ter terechtzitting is aanhangig gemaakt, kan zowel de benadeelde partij als haar advocaat ter griffie inzage nemen van de processtukken, zonder de voortzetting van de zaak op te houden.”

Veel mensen zullen bovendien niet snel een vrije dag opnemen om naar een strafzaak te gaan om slechts een (relatief geringe) vordering in te dienen meen ik. In ieder geval dient naar de mening van ondergetekende ook de benadeelde partij in aanmerking komen voor een zogenaamde fase 1 pro deo rechtsbijstand vergoeding. Men kan toch moeilijk verwachten dat mensen i) makkelijk een advocaat kunnen inschakelen (bijvoorbeeld binnen de korte periode van drie dagen tussen de oproeping benadeelde partij en de behandeling ter terechtzitting) om ii) een goed onderbouwde vordering benadeelde partij op te stellen, iii) het strafdossier doornemen alsook die tijdens een strafzaak iv) het desbetreffende formulier van de strafgriffie te ontvangen en invullen v) op de juiste manier en het juiste moment in te dienen bij de strafrechter? Soms kan het bijvoorbeeld om een vernielde auto gaan en dat kan aardig in de centen oplopen. Denk ook aan getuigen en deskundigen ter zitting meebrengen door de benadeelde partij.

In fase 1 is de vermogenspositie van de persoon in kwestie trouwens niet relevant. Belangrijk in deze fase van het strafrechtelijk onderzoek is om snel hulp en bijstand te kunnen bieden. Ideaal zou zijn als dit al meteen na het desbetreffende strafbaar feit gebeurd maar de praktijk is toch anders en er gaan vaak drie tot zes maanden minimaal er overheen voordat een strafzaak waar de verdachte voor in hechtenis zit ter zitting inhoudelijk wordt behandeld. Pas dan kan de ‘vordering benadeelde partij’ worden ingediend. Niet eerder en niet later want anders kan de strafrechter de vordering afwijzen.

Aruba beschikt (nog) niet over gefinancierde rechtsbijstand in administratieve- noch in belastingzaken. Voor Nederland geldt de laatste categorie overigens ook nog niet maar men begint het belang ervan langzaam maar zeker in te zien. De gefinancierde rechtsbijstand in civiele zaken bestaat op Aruba wel maar is heel mager te noemen en dient zo spoedig mogelijk te worden herzien. In strafzaken is het inmiddels iets beter geregeld voor wat betreft de verdachte maar nog niet voor het slachtoffer/ benadeelde partij. Als het trouwens een zogenaamde “bewerkelijke zaak” voor de verdachte betreft kan het proces soms haperen of veroorzaken dat de desbetreffende vergoeding (te) lang gaat duren. Meer medewerking voor een vlotte afhandeling op dit vlak zou de hele juridische dienstverlening ten goede komen. Denk in dit kader ook aan het verzoek om een schriftelijk rapport door een psychiater als “second opinion” in zaken die bijvoorbeeld jeugdigen betreffen.

De desbetreffende “vorderingen benadeelde partij” vereisen overigens meestal niet meer dan 4 uur werk en advisering. Het zal echter vaak kort dag zijn als men het “slechts” van een oproeping c.q. strafrol (denk wederom aan de slechte gewoonte van het openbaar ministerie om de minimale termijn van ‘de zeven dagen’ aan te wenden om te dagvaarden) moet hebben want dan gaan zowel de druk als de kosten omhoog. Soms krijgt de advocaat de strafrol een paar dagen van tevoren toegestuurd omdat de strafgriffie het vermoedelijk druk heeft. 

Share on social media

Facebook
Twitter
LinkedIn