ATL

PRAKTISCHE ASPECTEN EN GEBREKEN IN HET ARUBAANS STRAFRECHT DEEL 3 van 3 – Enkele aanbevelingen voor de overheid en praktijk 

PRAKTISCHE ASPECTEN EN GEBREKEN IN HET ARUBAANS STRAFRECHT DEEL 3 (Slot)

Enkele aanbevelingen voor de overheid en praktijk 

Mr. R.E. Yarzagaray,Advocaat en fiscalist

Het ontbreken van een Piketcentrale op Aruba.

De advocaat die rechtsbijstand aan de benadeelde partij moet verlenen zal idealiter dan ook in een zo vroeg mogelijk stadium benaderd moeten worden door de benadeelde partij zelf of een nieuw op te richten “Piketcentrale”. Een piketcentrale kan kort gezegd gezien worden als een soort “EHBO-instelling” voor de rechtzoekenden.

Op Aruba is er helaas nog steeds geen piketcentrale hetgeen als een ernstig gemis kan worden beschouwd. In Nederland bestaat het wel en onderhoudt deze “instelling” het contact tussen piketadvocaten, tolken, huisartsen, psychiaters, jeugdzorg, en natuurlijk het OM en politie om de desbetreffende de benodigde stukken en gegevens zo snel mogelijk –digitaal- aan de dienstdoende piketadvocaat beschikbaar te stellen.

Op deze manier zal er bovendien altijd een advocaat –het liefst al vanaf het begin- zijn ingeschakeld die optimale rechtsbijstand aan zowel de verdachte als de benadeelde partij verleent en de desbetreffende strafzaak -alsook het verloop, onderbouwing en afwikkeling van de desbetreffende ‘vordering benadeelde partij’- in de gaten houdt. Dat zou veel leed goedmaken naar mijn mening.

Ook voor de jeugdige personen en zieke verdachten kan een piketcentrale een belangrijke functie vervullen. Denk in dit kader aan contacten met familieleden van een –jeugdige en/of zieke- verdachte, gedragsdeskundigen, psychiaters en psychologen, reclassering en kinderbescherming, ambassades en consulaten, hospitalen en ambulances, huisartsen en specialisten, rechter-commissaris, strafgriffie en tolken enz. Veel van deze handelingen moeten vaak acuut reeds tijdens de fase van de ‘inverzekeringstelling’ plaatsvinden. Hier valt ook te denken aan het vanuit een hospitaal de verdachte horen door de rechter-commissaris bij de diverse fasen van het voorarrest. De omstandigheden waaronder dit de laatste decennia op Aruba moet gebeuren zijn op z’n zachts gezegd ondermaats en veelal strijdig met mensenrechtenverdragen te noemen (ik kom hier nog op terug). Onder deze omstandigheden is een ‘Piketcentrale’ zelfs belangrijker vergeleken met een land waar alles wel netjes geregeld is.

De Tolk in het strafproces. 

“De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld.” – Ludwig Wittgenstein

Het recht op een tolk is onder andere geregeld in artikel 6 lid 3 sub (e) van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) alsook in artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) ook wel verdrag van New York genoemd. Artikel 6 lid 3 sub (e) van het EVRM luidt als volgt:

zich kosteloos te doen bijstaan door een tolk, indien hij de taal die ter terechtzitting wordt gebezigd niet verstaat of niet spreekt.”

Verdachten hebben ook op grond van artikel 14 lid 3 sub (f) van het verdrag van New York (IVBPR) het recht op een gratis tolk:

“To have free assistance of an interpreter if he cannot understand or speak the language used in court;”

Wie ervaring heeft bij politieverhoren weet dat meertaligheid een belangrijke rol speelt in het strafproces en dat er daar –helaas- zelden de hulp van een tolk wordt ingeroepen als de verdachten Papiaments, Engels of Nederlands spreken. Echter, ook voor Spaanssprekende mensen wordt er door de opsporende ambtenaar veelal geen tolk ingeschakeld. Dat is niet zo slim als men naar de Raad voor de Rechtshandhaving luistert (zie hieronder). Het kan namelijk tot een tijdrovende aangelegenheid uitgroeien (en dat is als het computernetwerk niet plotseling uitvalt natuurlijk). Soms krijgen de opsporingsambtenaren de vragen in het Nederlands toegestuurd van het openbaar ministerie maar beheersen zelf bijvoorbeeld het Nederlands niet zo goed. Want, ook al is het Papiaments de landstaal op Aruba, toch moet nog steeds alles wat met het strafrechtelijk onderzoek te maken heeft in het Nederlands of in het Engels plaatsvinden.

Deze eigenaardige situatie van meertaligheid brengt soms ludieke situaties in het Arubaans rechtsleven met zich mee. Zo heeft men in het verleden bijvoorbeeld in plaats van “vleselijke gemeenschap” er “vreselijke gemeenschap” van gemaakt bij een echtscheiding. Vroeger was dat namelijk een ‘grond tot echtscheiding’. Ook komen er tot op heden nog regelmatig taalfouten in ambtsedige processen-verbaal (Pv’s) voor. Onlangs nog stond een proces-verbaal van de Recherche Samenwerkingsteam (RST) tijdens een strafzaak op Aruba over de in-, uit- of doorvoer van goudstaven vanuit Venezuela in de rechtszaal ter discussie. De verdachte had namelijk tijdens een verhoor de woorden “mineros / minas” (mijnwerkers / mijnen) gehanteerd en de opsporingsambtenaren hadden, met gebruikmaking van “Google translate”, er “iets van explosieve mijnen in de militaire sfeer” van gemaakt. De desbetreffende officier van justitie, die het Spaans kennelijk ook niet machtig was, nam de vertaling schriftelijk over tijdens de rechtszaak en gaf er een –meer dramatische- militaire dimensie aan met alle gevolgen van dien. Maar ik dwaal af.

Als er door de opsporingsambtenaar eerst vragen vanuit het Nederlands naar het Papiaments moeten worden vertaald en daarna naar het Spaans om die zodoende aan de verdachte in kwestie te stellen dan kunt u zich wellicht voorstellen dat een simpel verhoor heel gemakkelijk een omslachtige en complexe aangelegenheid kan worden. Daarna moet het antwoord van de verdachte nog dezelfde weg terug bewandelen om uiteindelijk netjes in het Nederlands Pv te worden opgenomen. Vermeldenswaard is verder dat Pv’s ook in het Engels mogen worden opgesteld op Aruba. Wellicht kan ook hier gedacht worden aan het via livestream bijwonen van politieverhoren door advocaten en tolken. Dat zou tevens een goede “back-up” vormen voor de opstelling van Pv’s door de politie die desnoods zouden kunnen terugkoppelen met de tolk voor wat betreft de vertaling van Pv’s. Het verhoor is immers digitaal opgenomen hetgeen mogelijke misverstanden sterk zal doen verminderen. Denk ook aan mogelijke aanverwante- en/of vervolgzaken bijvoorbeeld tegen Het Land Aruba in de Verenigde Staten.

De Raad voor de Rechtshandhaving heeft zich reeds over dit punt uitgelaten en in het rapport “Consequenties van meertaligheid voor de rechtshandhaving in Caribisch Nederland. Als de uitzondering regel is” van maart 2017,

Link: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/blg-812471.pdf worden er een aantal aanbevelingen aan het Openbaar Ministerie alsook de Korpspolitie Caribisch Nederland (KPCN) over dit onderwerp gedaan. De aanbevelingen gelden voor alle zes eilanden. Het rapport is in drie talen opgesteld. Namelijk in het Nederlands, het Papiaments en het Engels. Hier volgt een greep van de aanbevelingen:

“Registratie van verhoren 

Het KPCN beschikt over faciliteiten om verhoren (audio en video) op te nemen. Van deze mogelijkheid wordt zeer beperkt gebruik gemaakt. Nu in Caribisch Nederland de meertaligheid in verhoren een extra complicerende factor vormt in de toch al gecompliceerde praktijk van het verhoren en het schriftelijk vastleggen daarvan, acht de Raad het wenselijk dat van de technische voorzieningen vaker gebruik wordt gemaakt. De Raad vindt het gewenst dat het OM en de leiding van een onderzoek op basis van kennis van lokale omstandigheden en gevoeligheden en op basis van ‘gezond verstand’ besluiten tot het al dan niet opnemen van verhoren. Een dergelijke afweging dient naar het oordeel van de Raad in onderzoeken van enige omvang steeds plaats te vinden. De Raad vindt het op de weg van het OM en het KPCN liggen om hierover nadere afspraken te maken en eventueel een richtlijn te ontwikkelen. Het voorhouden van de verklaring In de praktijk van de opsporing is het één en dezelfde verbalisant, die een niet Nederlandstalige verdachte (of getuige of aangever) in een andere taal dan het Nederlands verhoort, diens verklaring in het Nederlands op schrift stelt en deze vervolgens mondeling aan de verdachte voorhoudt in de taal die door hem of haar wordt gesproken. De Raad acht hier het risico aanwezig dat, onbedoeld, degene die is verhoord de indruk krijgt dat de door hem gebrachte boodschap in het proces-verbaal correct is verwoord, terwijl dat bij een letterlijke vertaling van de Nederlandse tekst niet per definitie het geval is. Dit risico kan worden verkleind, wanneer een niet bij het verhoor betrokken politieambtenaar aan het einde van een verhoor de in het Nederlands opgeschreven verklaring aan degene die is verhoord, vertaalt en voorleest.

Caribisering

De Raad acht het van groot belang dat instanties binnen de rechtshandhaving Caribiseren. Onder Caribisering verstaat de Raad meer dan het doen toenemen van het aantal personen met ‘roots’ in Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius, Saba of Aruba op (sleutel)posities in de rechtshandhaving in die landen. De Raad verstaat onder Caribisering ook de mate waarin die instanties en de daarbij werkzame personen bevorderen dat het stelsel van rechtshandhaving door de bevolking als ‘eigen’ wordt herkend.” Caribisering is een zeer belangrijk onderwerp. Reeds lang geleden luisterde ik aandachtig naar de toenmalige President van het Gemeenschappelijk Hof, mw. mr. Eunice A. Saleh, met verve spreken over het belang van Caribisering tijdens een installatie van nieuwe rechters. Maar wie moet eigenlijk iets aan de uitvoering doen? De Rijksministerraad? De Arubaanse minister van justitie mede namens de KPA? Het bestuur van het Gemeenschappelijk Hof mede namens het Openbaar Ministerie of neemt laatstgenoemde een eigen positie in voor deze discussie? Het schijnt namelijk dat er op alle zes eilanden dezelfde soort problemen met betrekking tot meertaligheid zich voordoen. De term ‘Caribisering’ en ‘diversiteit’ overlappen elkaar in deze context trouwens.

Echter, zolang de desbetreffende aanbevelingen van de Raad voor de Rechtshandhaving niet over de hele linie worden overgenomen en uitgevoerd moet er mijns inziens ook bij ‘voorgeleidingen’ door een Nederlandse Officier van Justitie, die het Papiaments en/of het Engels en/of het Spaans niet machtig is, in de regel een tolk worden ingeschakeld. Dat gebeurd bij lange na niet altijd terwijl er genoeg bekwame tolken (bij het GEA) beschikbaar zijn. Tolken op Aruba zijn kort geleden, na een lange periode van onzekerheid ten aanzien van hun positie, door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie beëdigd en kunnen nu op alle zes de eilanden tolkdiensten verrichten.

Het is bekend dat de Nederlandse officieren van justitie die naar Aruba worden uitgezonden meestal noch het Papiaments noch het Spaans beheersen. Meestal blijft het bij Nederlands en Engels (en misschien Duits en/of Frans maar daar heeft men op Aruba niet veel aan ook al zijn het weldegelijk belangrijke talen). De Raad voor de Rechtshandhaving doet de volgende aanbevelingen hierover:

“Invliegen en inpassen

De Raad meent dat aan iemand die uit een buitenland komt, de eis mag worden gesteld dat hij zich de taal van zijn nieuwe omgeving eigen maakt. Dat bevordert de communicatie met burgers en binnen zijn werkomgeving. Het laat bovenal zien dat men zich bewust is van zijn positie. Wie binnen de rechtshandhaving werkt, doet dat voor de bevolking van het land. Beheersing van de taal reduceert communicatieproblemen, maar is ook een teken van een ‘attitude’ die door de bevolking en lokale collega’s wordt gewaardeerd en wordt gezien als een teken van respect voor de nieuwe werk- en leefomgeving. Beheersing van de taal vermindert bovendien eventuele weerstand wanneer elders opgedane kennis en ervaringen lokaal worden aangeboden.

Het KPCN let bij de selectie van nieuw personeel op culturele sensitiviteit en op de bereidheid en motivatie om een nieuwe taal te leren. Het KPCN faciliteert nieuwe medewerkers die cursussen Papiaments volgen. Het zou volgens de Raad goed zijn als het OM en de KMar deze praktijk overnemen. (…)

Het bovenstaande leidt tot de volgende aanbevelingen:

Ten aanzien van het Openbaar Ministerie:

• Informeer een verdachte die wordt gedagvaard ook in de taal die hij beheerst. Handel daarbij in lijn met de in Europees Nederland geldende wet- en regelgeving.

• Bepaal dat het de politie (en andere opsporingsdiensten) wordt toegestaan om processen-verbaal, voor zover het betreft de weergave van wat is verklaard, in het Engels op te maken en communiceer dit duidelijk naar de politie (en die diensten). Ten aanzien van het KPCN

• Bevorder en stimuleer dat in zowel interne overleggen als in informele contacten het gebruik van het Papiaments de standaard is, bevorder dat het ‘uitwijken naar het Nederlands’ wordt beschouwd als een te vermijden uitzondering. Zie toe op naleving van de verplichting zich de landstaal eigen te maken zoals voorgeschreven in de Wet materieel ambtenarenrecht BES.

• Stel personeel dat het Nederlands niet als eerste taal kent in de gelegenheid te werken aan een betere beheersing van die taal. Ontwikkel daarvoor een lesprogramma en biedt dit aan. Ten aanzien van het Openbaar Ministerie en het KPCN:

• Spreek af, dat in onderzoeken van enige omvang overleg tussen het OM en de politie plaatsvindt over de wenselijkheid en mogelijkheid om verhoren (audio en/of video) vast te leggen, en bezie de wenselijkheid van richtlijnen of nadere afspraken daarover.

• Bepaal dat in die gevallen waarin een niet-Nederlandssprekende verdachte, getuige of aangever is gehoord, de verklaring aan de gehoorde zoveel mogelijk wordt voorgehouden door een andere politieambtenaar dan de verbalisant die het verhoor afnam. Bepaal, dat steeds in een proces-verbaal van verhoor wordt opgenomen of en op welke wijze dit is geschied. Ten aanzien van het OM en de KMar:

• Schenk bij de selectie van personeel aandacht aan culturele sensitiviteit en de bereidheid en motivatie om te werken aan beheersing van de landstaal.

• Stimuleer en faciliteer het opdoen van kennis en beheersing van de landstaal door uit het buitenland aangetrokken nieuw personeel al vóór de reis naar Caribisch Nederland in de gelegenheid te stellen daarvoor een opleiding te volgen. Ten aanzien van het OM, het KPCN en de KMar:

• Inventariseer en bundel de ervaringen en kennis over de fenomenen die zich voordoen wanneer iemand uit het buitenland komt en in Caribisch Nederland gaat werken. Ontwikkel een vorm van begeleiding, waarin deze ervaringen en kennis aan nieuwkomers wordt aangeboden. Bezie hierbij de mogelijkheden van samenwerking met andere overheidsinstanties en bezie of en hoeverre hierin RCN een rol op zich kan en wil nemen.

De tolk zou mijns inziens nu al dienen in te springen om zodoende een hele belangrijke functie vervullen in de in dit artikel genoemde leemtes ten aanzien van de meertaligheid. De kans dat alle magistraten van het Arubaanse Openbaar Ministerie over bijvoorbeeld een maand onder andere de genoemde landstaal goed beheersen is immers klein te noemen. Ook de kans dat er binnen afzienbare tijd afspraken tussen de Korpspolitie Aruba (KPA) en het Openbaar Ministerie (OM) worden gemaakt die vervolgens in richtlijnen worden ‘omgezet’ is immers niet al te groot. Hetzelfde geldt voor de afschaffing van de ‘voorgeleiding OvJ’. In de tussentijd zou de tolk ingezet moeten worden om bijstand te kunnen verlenen met het vertalen tijdens de verhoren en het opstellen van Pv’s en het bijstaan van de Nederlandse officieren bij hun dagelijkse interactie met de lokale bevolking (met name ‘de voorgeleiding’). Op die manier vermijdt je bovendien dat “attitude” een rol gaat spelen in de nodige contacten met de bevolking en kan de werkdruk van onder meer de Arubaanse politie en advocatuur omlaag. 

De Arrestatieteams

“Kwaliteit is geen toneel, het is een gewoonte.” -Aristoteles (384vC-322vC)

Op Aruba alsook op de andere CAS-eilanden, en Nederland (de BES openbare lichamen daaronder begrepen) zijn er zogenaamde Arrestatieteams (AT’s) die voor het aanhouden en vervoer van zware criminelen en gevaarlijke invallen moeten zorgdragen. Echter, ondanks herhaalde verzoeken weigert de KPA schijnbaar om AT’ers te laten registreren tijdens de desbetreffende werkzaamheden. Denk in dit kader aan schade dat wordt veroorzaakt door een politie-inval maar ook schade door bijvoorbeeld de AT bij een inval in de verkeerde woning! Het schijnt dat de politie-inlichtingen niet altijd even accuraat zijn namelijk. In de VS valt er overigens in dit kader een nieuw fenomeen te bespeuren: “SWATTING”. Hackers en videogame verslaafden die anoniem een Swat team naar het huis van iemand kunnen toesturen omdat ze boos zijn op die persoon. Vaak omdat ze verloren hebben in een videospel. Tja, het klinkt ongelooflijk maar het gebeurd echt. Op Netflix zijn er hierover thans documentaires te zien trouwens. Vaak moet tijdens de uiteindelijke behandeling van een dergelijke strafzaak waar schade is veroorzaakt door onbehoorlijke politieoptreden de korpschef namens de AT’ers als getuige ter zitting op komen dagen met de uiteindelijke mededeling: “Tja, maar ik was er zelf niet bij dus ik weet niet wie wat heeft gedaan. Sorry.”. Zaken lopen dan vaak spaak -met alle gevolgen van dien- natuurlijk. Bedoeld wordt hier om duidelijk zichtbare (Romeinse) nummers op de desbetreffende helmen aan te brengen ingeval er dingen misgaan. En laten we duidelijk zijn. Dingen gaan weleens mis. In Nederland heeft de Ombudsman het allang geleden voor elkaar gekregen dat er op de helmen van elk van de AT’ers duidelijk zichtbare herkenningstekens waren geplaats om klachten over de negatieve consequenties van het –onbehoorlijk- optreden in kaart te kunnen brengen en die ter zitting te onderzoeken. Wat is daar op tegen? De anonimiteit van de desbetreffende ambtenaar kan immers worden gewaarborgd. In Aruba is men nog lang niet zover. Verwezen wordt hier naar het onder andere het Seaport-drama van 2010 waar twee onschuldige mensen werden doorzeefd door politiekogels van de AT (en DEA) toen ze in een fuik terecht kwamen dat was opgezet door een, tijdelijk ingevlogen en kennelijk onbekwame, officier van justitie die door de DEA zover was gekregen om een overduidelijk gevaarlijke val op te zetten op het terrein van een drukbezochte winkelcentrum in het centrum van Oranjestad. De twee Colombiaanse inzittenden overleden ter plekke dan wel kort daarop. Men had namelijk de verkeerde auto onder vuur genomen. Vervolgens werd door de autoriteiten een “cover-up” gepleegd over de toedracht op die bewuste dag. Compensatie en “closure” voor de familieleden liet vervolgens jammer genoeg ook heel lang op zich wachten. Te lang. Dit mag nooit meer plaatsvinden.

Politiecellen op Aruba.

“The healthy man does not torture others. Generally it is the tortured who turn into torturers.” -Carl Jung 

Over de Arubaanse politiecellen kunnen we vrij kort zijn daar er al reeds heel veel over geschreven is en er nauwelijks iets is veranderd aan de onmenselijke omstandigheden. Verwezen wordt gemakshalve naar alle rapporten van de “Comité européen pour la prévention de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants” (CPT) alsook de desbetreffende voortgangsrapportages. 

In het Nederlands: Het Europees Comité inzake de voorkoming van folteringen en onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing van de Raad van Europa (CPT). In 2013 (9 jaar geleden let wel) is er een voortgangsrapportage opgesteld met als titel “Rapport betreffende de implementatie en uitvoering van de te nemen verbeteringen na bezoek CPT aan de Nederlandse Antillen en Aruba in juni 2007” https://www.eerstekamer.nl/overig/20140305/voortgangsrapportage_detentie_3/document 

Hier volgt een citaat uit dat rapport uit 2013:

“2.5.1 Conclusie politiecellen Vergelijking van de huidige situatie met het CPT-rapport uit 2007 of een nadien verrichte nulmeting levert puntsgewijs de volgende bevindingen op.

De belangrijkste bevindingen over wat sinds 2007 wel is gerealiseerd:

– de duur van detentie in politiecellen blijft beperkt tot de wettelijke termijn;

– de hygiënische toestand is in bijna alle politiecellen redelijk op orde; – het luchten van arrestanten is verbeterd;

– bescheiden spel- en ontspanningsmogelijkheden voor arrestanten zijn in de cellencomplexen aanwezig;

– er zijn matrassen beschikbaar; – registratie (d.m.v. ACTPOL) vindt op alle politiebureaus plaats;

– er zijn geen aanwijzingen voor excessief geweld tijdens de aanhouding. De belangrijkste bevindingen over wat sinds 2007 niet is gerealiseerd:

– de rioleringsproblematiek in San Nicolas is niet opgelost;

– op verschillende politiebureaus functioneren de bel- en camerasystemen niet naar behoren;

– op verschillende politiebureaus zijn douches en toiletten defect; – ondanks inzet van het CEA zijn de politiecellenblokken niet altijd bezet door personeel;

– de Klachtencommissie Politie is nog steeds niet actief; – de toegang tot een raadsman verloopt, ook gelet op de Salduznormering, niet voortvarend;

– de toegang tot een arts verloopt nog steeds niet goed.

Sinds 2007 is op verschillende elementaire punten vooruitgang geboekt, met name op het terrein van registratie, hygiëne en luchten. Deze positieve bevindingen worden getemperd door een aantal punten dat niet is gerealiseerd, waaronder de situatie in San Nicolas. Tijdens ons onderzoek in de voorgaande vijf jaar bleek telkens dat van de beschikbare politiecellencomplexen er tenminste één niet in gebruik was. Bovendien bleek er steeds weer sprake van een aanzienlijke overcapaciteit. Gelet daarop dringt de vraag zich op of het niet mogelijk is de arrestanten te huisvesten op twee of hooguit drie locaties. Te denken valt aan sluiting van het cellencomplex in San Nicolas en mogelijk ook in Oranjestad. Gevolg daarvan kan zijn dat het makkelijker is te voorzien in structurele bezetting van het bewakend personeel.”

In de praktijk valt het anno 2022 nog steeds tegen natuurlijk. Ondergetekende kan u mededelen dat bijna niemand een matras krijgt bij de politiecellen om er maar eentje uit te pikken. Ook vinden er nog steeds zelfmoorden in de cellen plaats. In juni 2022 nog voor het laatst. Het is dweilen met de kraan open lijkt het wel. Verder zijn de advocatenkamers nog steeds niet verdragsconform te noemen. Ook dit is geen geheim. Voor wat betreft het camerasysteem op de politiewachten zijn er wat aanstalten door de minister te bespeuren ook al zijn we daar minstens 25 jaar te laat mee … 

Share on social media

Facebook
Twitter
LinkedIn